Bloedfobie/ Angst voor bloed


Heel erg bang zijn voor bloed (en daarmee samenhangend vaak ook flauwvallen) is een vorm van een 'specifieke fobie'. Gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca is in meeste gevallen af te raden. Bij bloedprikken of het zien van bloed treedt er bij menigeen een sterke bloeddrukdaling op waardoor je je onwel, draaierig, misselijk en duizelig gaat voelen. Bloedfobie is eigenlijk de enige fobie waarbij sprake is van daling van de bloeddruk. Normaal gaat angst samen met een bloeddrukstijging. Dit houdt tevens in dat flauwvallen bij het zien van bloed of zelfs het denken eraan tot flauwvallen kan leiden, in tegenstelling tot andere fobieën. Degenen die voortdurend onrustig blijven in omgevingen waarin ze bang zijn om met bloed geconfronteerd te worden (ziekenhuis, televisieprogramma's, tijdschriften, bloedbank, ongelukken etc.) ondervinden onnodig veel last van hun klacht en lijden eronder. Veelal schaamt men zich ook voor de klacht. Lichamelijke reakties als flauwvallen, duizeligheid, draaierigheid, verdwaasd, angstig of zenuwachtig voelen leiden er dan toe dat men het liefst weg zou rennen uit de situatie of een smoesje verzint om weg te kunnen


Angst voor kritiek geven en/of ontvangen


Angst om kritiek te kunnen krijgen of te moeten geven leidt vaak tot onrust en leidt niet zelden tot het afzeggen van afspraken, piekeren, vermijden van gespreksonderwerpen die gevoelig liggen en faalangst. Angst voor kritiek is een angstklacht die wordt uitgelokt door situaties waar men door andere mensen ge붡lueerd kan worden. Ook kan het zijn dat men zich inhoudt om kritiek te geven uit angst emotioneel, boos of verdrietig te worden. Juiste omgangsstrategieen, assertiviteit, weerbaarheid, uitdrukkingsvaardigheden, conflicthantering, niet schuldig voelen zijn allemaal thema's die veel voorkomen bij angst voor kritiek.


Sollicitatie angst


Heel erg bang zijn voor sollicitaties is een vorm van faalangst. Door spanning kan men minder goed functioneren en presenteren en de angst voor afwijzing leidt tot onrust, angst en gespannenheid. Gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze angst. De prognose is gunstig, kortdurende behandeling met medicatie kan daarbij soms ondersteuning bieden. Angst hebben voor een sollicitatiegesprek is alom bekend. Moeilijk kunnen slapen van te voren, je constant afvragen wat ze van je willen weten, waar moet je op bedacht zijn?, hoe moet je overkomen? Dichtklappen bij deze gesprekken, moeilijk kunnen luisteren of geen houding kunnen geven in sollicitatiegesprekken zijn enkele uitingsvormen van sollicitatie-angst. Degenen die voortdurend onrustig blijven voor momenten waar het er om gaat, waarop je moet laten zien wat je in huis hebt en op die momenten onderpresteren komen voor behandeling in aanmerking. Ook voor mensen die niet zozeer onderpresteren maar niet los kunnen komen van angstgedachten, faalangst en angst voor de beoordeling door anderen kunnen voor behandeling in aanmerking komen


Angst voor op vakantie gaan


Heel erg bang zijn voor het op vakantie gaan komt veel voor. De aanleiding ervoor kan uiteenlopend zijn. Mensen kunnen bang zijn hun structuur te verliezen. Deze angst zie je vaak bij dwangklachten. Ook andere vormen van angst voor het op vakantie gaan zijn aanwezig. Angst om te vliegen, om vreemde dieren (spinnen, slangen etc.) tegen te komen zijn bekend. Angst voor de andere cultuur, gewoonten en onveiligheid kunnen een rol spelen evenals de mogelijkheid tot het krijgen van een ziekte of ongeluk. Heimwee kan uw vakantie bemoeilijken en zelfs leiden tot vroegtijdige terugkeer. Angst om een paniekaanval te krijgen of in claustrofobische situaties terecht te komen tijdens een vakantie geeft vaak onrust en leidt tot inkorten danwel afzeggen van de vakantie of het nemen van een vakantiebestemming dicht bij huis. Overspannenheid en burn-outklachten komen bij deze groep mensen geregeld voor.


Dysmorphofobie, angst voor een lelijk uiterlijk


Angst voor een misvormd, vreemd of lelijk uiterlijk komt in verschillende mate van ernst voor. Wanneer deze angst uit de hand loopt ontwikkelt men een langdurige onzekerheid over zijn of haar uiterlijk. Niet zelden leidt dit tot depressieve gevoelens, piekeren en zeer veel met het uiterlijk bezig zijn. Als de hoeveelheid tijd en aandacht voor het uiterlijk zinloos veel is en/of mogelijke beoordelingen door anderen voor veel spanningen zorgen, spreekt men vaak van een minderwaardigheidscomplex. In behandeltermen wordt deze dysmorphofobie vaak omschreven als 'een niet weg te denken angst of mening dat een bepaald facet van het uiterlijk niet goed genoeg is'. Als men daardoor zich anders gaat gedragen, situaties wil ontwijken of met veel spanningen situaties ingaat kan de klacht vormen van een fobie aannemen en is behandeling aan te raden. Zeker wanneer dit leidt tot controlegedragingen als bijvoorbeeld veel voor spiegels staan, of vermijdingsgedragingen als bijvoorbeeld bewust weinig voor de spiegels staan of aandacht van anderen vermijden.

Angst voor een lelijk of onvolmaakt uiterlijk komt in grote verscheidenheid voor. Lichaamsdelen als neus, oren, tong, benen, heupen, ogen en wenkbrauwen maar ook het hebben van wallen onder de ogen, huidtype en huidafwijkingen, manier van lopen en uitstraling kunnen onderdeel van obsessieve onrust zijn. Vaak voelt men zich miskend door naasten of de arts.


Angst voor geluiden of harde knallen


Mensen met een enorme angst of schrik voor geluiden en knallen voelen zich vaak onbegrepen en niet gerespecteerd om hun angstklacht. 'Doe niet zo raar', 'je hoeft niet zo extreem te reageren' zijn veel gehoorde opmerkingen. Angst voor geluiden kan ernstige vormen aannemen. Wanneer men situaties aktief uit de weg gaat of gespannen en angstig blijft in situaties waarin de geluiden kunnen optreden, spreken we van een geluidfobie. Behandeling is in deze situatie geindiceerd. Geluidsfobici schrikken snel als ze knallen dan wel andere geluiden horen waar ze niet gemakkelijk los van kunnen komen. Als ze weten dat ze met deze geluiden geconfronteerd kunnen worden blijft men lange tijd angstig en gespannen. Soms kan het zijn omdat het geluid doet denken aan een eerdere gebeurtenis die traumatiserend is geweest. Daarnaast kan soms depressie en overspannenheid tot aversie tegen geluiden leiden. In veel gevallen is het niet duidelijk waarom de klacht zich heeft ontwikkeld, het is 'gewoon' ontstaan.


Hoogtevrees


Hoogtevrees is een enkelvoudige fobie. (Cognitieve) gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca is meestal af te raden. Hoogtevrees is een veelvoorkomende angst die zich manifesteert bij hoogten of diepten met een grote angst om te vallen. Veelal blokkeert men als men angstig wordt, kan niet meer normaal bewegen en voelt men zich draaierig. Ook het zien van andere mensen op hoge plaatsen brengt veelal dit gevoel teweeg. Voor een metselaar die de steiger op moet, een student die zijn tentamens op de hoogste verdieping van een schoolgebouw moet maken, een huisvrouw die de ramen moet lappen etc. kan de hoogtevrees een grote handicap zijn. Dit geldt ook voor mensen die een brug moeten oversteken, de trap moeten nemen en daarbij doodsangsten moeten doorstaan. Examenvrees of blokkade om te presteren Angst hebben voor een examen, een proefwerk, een rijexamen of theorie examen of het maken van testen of andere beoordelings- of beslissings momenten zijn alom bekend.

  • Goed auto kunnen rijden maar door te hoog opgelopen spanning toch steeds voor het rij-examen zakken.
  • Voor een tentamen de stof goed hebben geleerd, maar met schrijfkramp dichtklappen zodat je een onvoldoende scoort.
  • Auditie moeten doen voor een koor, toneel of muziekstuk maar van angst geen woord kunnen uitbrengen, geen muziekinstrument meer kunnen bespelen en verder onder je niveau presteren.

Degenen die voortdurend onrustig blijven voor momenten waar het er om gaat en op die momenten onderpresteren komen voor behandeling in aanmerking. Ook voor mensen die niet zozeer onderpresteren maar niet los kunnen komen van angstgedachten, faalangst en beoordeling door anderen kunnen voor behandeling in aanmerking komen. Heel erg bang zijn voor examens is een vorm van faalangst. Gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, kortdurende behandeling met medicatie kan daarbij soms ondersteuning bieden.


hypochondrie


Hypochondrie houdt in dat men een grote vrees heeft om een ernstige ziekte te hebben of te krijgen. Deze angst is terug te voeren op foute interpretaties van lichamelijke symptomen. Onschuldige hartkloppingen, een blaasje op tong, pijn in de borst t.g.v. spierspanning, wazig zien, een raar gevoel in het hoofd etc. leiden tot slepende angst en controlegedragingen. Men zoekt steeds naar geruststelling voor de angst, maar krijgt deze veelal niet voldoende waardoor de onrust blijft bestaan. Als in de omgeving iemand ziek is of lichamelijke klachten heeft wordt de onrust vaak vergroot. Ook vragen velen geruststelling aan naasten, die hier op een gegeven moment geïrriteerd door raken. Buitensporig bang zijn voor ziekte en lichaamssymptomen is in de regel goed te behandelen. Cognitieve gedragstherapie/training is de aangewezen behandelmethode voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca is in de meeste gevallen af te raden. Angst voor inbraak Mensen met een enorme angst voor inbrekers voelen zich vaak onbegrepen en niet gerespecteerd om hun angstklacht. 'Doe niet zo raar', 'hou je toch rustig', 'ga toch gewoon slapen' zijn veel gehoorde opmerkingen. Angst voor inbrekers kan ernstige vormen aannemen. Mensen met inbrekersangst letten veelvuldig op geluiden, schaduwen, verdacht uitziende personen of bewegingen. Men controleert vaak of alles goed afgesloten is. Vooral 's nachts komt de angst opzetten, zeker wanneer men alleen is. Ook blijft men vaak wakker liggen om elk geluidje uit de omgeving op te kunnen vangen.


Flauwvallen


Heel erg bang zijn voor flauwvallen is een vorm van een fobie. Gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca is in meeste gevallen af te raden.

Bij bloedprikken, zenuwachtigheid, lang in de rij staan bij de kassa, in drukke menigten of juist in een verlaten omgeving etc. kunnen allemaal leiden tot heftige lichaamsreakties waarbij je bang bent om flauw te vallen.

Degenen die voortdurend onrustig blijven in omgevingen waarin ze bang zijn om flauw te vallen, ondervinden onnodig veel last van hun klacht en lijden daaronder. Soms gaat het zover dat men bijna de deur niet meer uit durft of altijd een bekende om zich heen wil hebben. Veelal schaamt men zich ook voor de klacht. Lichamelijke reakties als duizelig, draaierig, verdwaasd, angstig of zenuwachtig voelen kunnen zelfs leiden tot paniek en hyperventilatie.


Claustrofobie


Heel erg bang zijn voor kleine ruimtes is een vorm van een specifieke fobie. Gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca is in de meeste gevallen af te raden.

Bang zijn in kleine ruimtes als liften, kelders, w.c., vliegtuig, auto etc. komt veel voor. Claustrofobie is dan ook bij veel mensen een bekende fobie. Confrontatie met kleine ruimtes waarin men zich opgesloten voelt, kunnen leiden tot angst of zelfs paniekreakties. Als men besprongen wordt door het gevoel niet meer weg te kunnen dan kan dit leiden tot: ademhappen, duizeligheid, hartbonzen, trillen, zweten, schudden, misselijkheid, even niet meer jezelf zijn, gevoelloosheid of versteend/verlamt voelen, rillingen (warm of koud), verkrampt gevoel op de borst, doodsangst, hyperventilatie, angst gek te worden.

Degenen die voortdurend onrustig blijven voor omgevingen waarin ze zich opgesloten voelen, ondervinden onnodig veel last van hun klacht en lijden eronder. Veelal schaamt men zich ook voor de klacht.


Paniekaanvallen


Een paniekaanval is verschrikkelijk. Tijdens zo'n aanval voelen mensen dat hen 'iets' overkomt, dat er iets verrschrikkelijk mis is dat het lijkt of ze aan het sterven zijn. De fysieke verschijnselen nemen toe, en de angst uiteraard evenzeer. Ze worden plots bevangen door duizeligheid, krijgen hartkloppingen, worden misselijk, beginnen te zweten, krijgen geen adem meer, voelen zich stikken. Na een poosje blijkt dat ze het overleefd hebben. Is er iets met hun hart? Hebben ze een niet-herkende allergie, een onbegrepen fobie? Hersenkanker? Zijn ze langzaam gek aan het worden? Ze verkeren continu in angst. Na een tijdje gaan ze vermijdingsgedrag vertonen. Het ontstaan van paniekaanvallen kan spontaan zijn. In veel gevallen is er een periode van spanning, overspannenheid aan vooraf gegaan.


Hyperventilatie


Hyperventilatie is een syndroom. Dat houdt in dat hyperventilatie bestaat uit een bij elkaar horende groep symptomen. Het hyperventilatie syndroom kan een duidelijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld het is begonnen na het overlijden van een persoon, na een traumatische ervaring etc. Nadien krijgt men steeds hyperventilatie(aanvallen), vooral wanneer men in stressvolle of emotioneel beladen situaties terecht komt. Hyperventilatie wordt veroorzaakt doordat men te diep en te snel ademhaalt, ofschoon men vaak het tegenovergestelde gevoel kan hebben. Juist gevoelens van moeilijk kunnen ademen en benauwdheid worden nogal eens genoemd. Op hun beurt leiden deze gevoelens tot nog meer en diepere ademhaling.


Agorafobie of Straatvrees


Agorafobie is een angstklacht die veel voorkomt en in de regel veel ongemak veroorzaakt. Mensen met agorafobie krijgen hun klacht vooral bij het bezoeken van situaties buitenshuis. Dit kunnen winkels zijn, een bioscoop, openbaar vervoer, het werk, de straat, bibliotheek enzovoorts. De angst kan o.a. gepaard gaan met de volgende symptomen: verdwaasd of onwerkelijk gevoel, gespannenheid en rusteloosheid, nervositeit, prikkelbaarheid, zweten, hartkloppingen, gevoel weg te willen/moeten uit de situatie waarin men zich niet lekker voelt, vermoeidheid, hyperventilatie. Ook angst voor een heftige paniekaanval waarin men doodsangsten uitstaat en geen controle meer heeft over zijn eigen functioneren is veel voorkomend bij agorafobie. De klachten leiden veelal tot het vermijden van beangstigende situaties. Een vertrouwd persoon wordt vaak gevraagd om mee te gaan als men toch persé ergens naar toe moet. Zo leidt de klacht ertoe dat de mensen in de naaste omgeving ook betrokken raken bij de klacht. Agorafobie treedt bij velen eerder op als men in grote drukten en menigten terecht komt. Echter het alleen zijn of het zich bevinden op een afgelegen plek wordt ook vaak als angstig ervaren. De gedachten niet snel hulp te kunnen krijgen wanneer nodig of niet snel thuis te kunnen komen versterken de angstgevoelens.


Trilangst


Erge trilangst is een vorm van een sociale fobie. (Cognitieve) gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca is in de meeste gevallen af te raden. Trilangst is een veelvoorkomende angst die veelal leidt tot vermijding van situaties. Geen slokje drinken meer durven te nemen als een ander kijkt, geen soep durven eten bij de schoonfamilie, niet meer met je baas in de kantine durven te zitten. Constant op je hoede moeten zijn om te zien of anderen je niet aankijken. Veel mensen hebben trilangst, echter voor sommigen is deze angst een handicap. Een verpleegkundige die geen injecties meer durft te geven, iemand die niet meer bij mensen op bezoek durft uit angst te trillen, iemand die op het werk niet meer het woord durft te nemen tijdens vergaderingen etc. Er is hier sprake van een uit de hand gelopen angst, waarbij in veel gevallen situaties vermeden worden. Angst voor intimiteit, aanraking, seksualiteit Angst of fobie voor intiem contact is een angstklacht die veel voorkomt en in de regel veel ongemak veroorzaakt. Angst om aangeraakt te worden, angst om te versieren of versierd te worden, angst om een intieme of seksuele relatie aan te gaan zijn enkele uitingsvormen van angst voor intimiteit. Soms leidt deze klacht tot eenzaamheid. De spanning die door deze klachten veroorzaakt wordt uit zich in verlegenheid, depressie, teleurstelling in anderen etc. Bij mannen komen seksuele stoornissen voor als impotentieklachten en/of ejaculatie stoornissen. Bij vrouwen is vaginisme of pijnlijk vrijen vaak een uitvloeisel van deze angstklacht. Diverse facetten kunnen bij het ontstaan van deze angst een rol spelen: eerdere seksuele ervaringen (of het gemis daaraan), opvoeding (zoals het gemis aan een liefdevolle opvoeding), sociale angstklachten en gebrek aan assertiviteit, minderwaardigheidsgevoelens, eerdere teleurstelling met contacten, depressiviteit. Het gevolg van deze angstklachten is dat men teleurgesteld raakt over zichzelf en/of anderen en zogenaamde aangeleerde hulpeloosheid gaat ontwikkelen, waardoor men passief, afwachtend of vermijdend wordt.


Angst voor de lift


Heel erg bang zijn voor liften is een vorm van een fobie. Gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca is in de meeste gevallen af te raden.

Bang zijn in kleine ruimtes als liften maar vaak ook kelders, w.c., vliegtuig, auto etc. komt veel voor. Claustrofobie is dan ook bij veel mensen een bekende fobie. Confrontatie met een lift waarin men zich opgesloten voelt kan leiden tot angst of zelfs paniekreakties. Een piepend geluidje, een wat schokkerige beweging, de grootte van de lift, uiterlijke ouderdom van de lift/het gebouw, en het aantal verdiepingen dat men moet gaan spelen vaak mee. Als men besprongen wordt door het gevoel niet meer weg te kunnen dan kan dit o.a. leiden tot: ademhappen, duizeligheid, hartbonzen, trillen, zweten ,schudden, misselijkheid, even niet meer jezelf zijn, gevoelloosheid of versteend/verlamd voelen, rillingen (warm of koud), verkrampt gevoel op de borst, doodsangst, hyperventilatie, angst gek te worden. Veelal wordt de lift dan ook vermeden. Dit kan soms moeilijke situaties opleveren.

Degenen die voortdurend onrustig zijn in liften dan wel omgevingen waarin men zich opgesloten voelt, en deze vermijden, ondervinden vaak onnodig veel last van en lijden onder hun klacht. Men spreekt dan van een fobieklacht. Veelal schaamt men zich ook voor deze klacht.

Angst voor roltrappen / roltrapfobie Heel erg bang zijn voor het gebruik van een roltrap is een vorm van een fobie. Gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca is in de meeste gevallen af te raden. Bang zijn voor situaties waarin u met de roltrap moet is lastig. Zeker wanneer u op zijn tijd naar een warenhuis wilt, met de metro wilt gaan, op vliegvelden naar boven of beneden wilt. Ook het staan op lange lopende banden kan voor sommigen moeilijkheden opleveren. Men heeft de neiging situaties met roltrappen te willen vermijden. Veelal schaamt men zich voor deze klacht en bedenkt allerlei smoesjes om niet met de roltrap te hoeven.


Angst voor afgaan / schaamte


Heel erg bang zijn voor negatieve beoordeling, vreemd gedrag, een vreemd uiterlijk of vreemde emoties leidt vaak tot zwijgen, liegen, ontkennen of vermijden van gesprekken hierover met anderen. Vaak gaat men langdurig gebukt onder een juk van schaamte over zijn/haar klachten. Schaamtegevoelens ondermijnen vaak oplossend gedrag. M.a.w. doordat men zich schaamt voor iets wordt men passief en somber. Degenen die vaak onrustig blijven als gevolg van schaamte of angst voor beoordeling door anderen of piekeren komen voor behandeling in aanmerking.


Faalangst ,


angst om niet goed genoeg te zijn Faalangst geeft vaak veel onrust en spanningen en leidt niet zelden tot het afzeggen van afspraken, piekeren en een afhankelijke houding. Faalangst is een verzamelnaam voor meerdere angstklachten en geeft een divers klachtenpatroon.

  • Binnen relaties kan faalangst leiden tot afhankelijkheid van de ander en jezelf minderwaardig voelen
  • Bij situaties waarin je moet presteren kun je geblokkeerd raken. Bijvoorbeeld schrijfkramp of black-out bij een examen.
  • Bij situaties waarin je moet presenteren word je onzeker, schuw, kom je niet uit je woorden

Kenmerkend bij deze vormen van faalangst is dat de angst en spanning niet of moeilijk omgezet kan worden in positieve acties. Men blokkeert zichzelf door de opgetreden spanning. Het zelfvertrouwen brokkelt hierdoor vaak af.


Sociale fobie


Sociale fobieklachten geven vaak veel onrust en leiden niet zelden tot het afzeggen van afspraken, piekeren en faalangst. Een sociale fobie is een angstklacht die wordt uitgelokt door situaties waar men door andere mensen geëvalueerd kan worden. Dit kan zijn als je bij mensen op bezoek moet, als je een gesprek moet houden of in situaties waarin anderen kunnen merken dat je gespannen, angstig of zenuwachtig bent. Een sociale fobieklacht tast vaak een belangrijk deel van het zelfvertrouwen aan.


Angst voor hartklachten en inspanningsfobie


Inspanningsangst of angst voor doodgaan door een hartstilstand is een vorm van ziektevrees . (Cognitieve-) gedragstherapie/training is de aangewezen behandeling voor deze fobie. De prognose is gunstig, behandeling met psychofarmaca kan soms ondersteuning bieden. Angst voor inspanning is een veelvoorkomende angst die veelal leidt tot vermijding van situaties. Geen sport meer durven beoefenen, niet meer gewoon de trap op durven lopen, geen seks meer durven hebben, niet meer emotioneel durven worden, niet meer alleen durven zijn, zijn slechts enkele veel voorkomende uitingsvormen van een inspanningsfobie. In veel gevallen gaat het om een angst voor hartklachten. We onderscheiden hierin twee hoofdgroepen:

  • Er is sprake van hartklachten waarvoor men onder behandeling is van een arts of cardioloog. De aanwezige hartklachten geven echter veel meer angst en vermijdingen dan nodig is. In deze gevallen kan behandeling worden gestart in afstemming met arts/cardioloog. Het behandelplan zal dan de lichamelijke complexiteit van de klacht in acht nemen.
  • Er is geen aanwijzing om aan te nemen dat er hartklachten aanwezig zijn. Eventuele hartkloppingen, hartritmestoornissen, overslaan van het hart zijn onschuldig en duiden niet op enige vorm van hartziekte. Soms is er wel een begrijpelijke vrees omdat bijvoorbeeld een naaste aan hartklachten is overleden. In deze gevallen zal de klacht geheel behandeld worden als een inspanningsfobie zonder cardiologische complicaties.



Bang in het verkeer


Veel mensen durven geen auto te rijden in moeilijke situaties. De oorzaken kunnen heel divers zijn: angst om in een file vast te komen staan, angst voor het optreden van een heftige paniekaanval of hyperventilatie verschijnselen, schrikachtigheid t.g.v. een ongeval, angst om de controle te verliezen, angst om vrachtwagens in te halen, angst om bijrijder te zijn, etc. De angst heeft lang niet altijd met onervarenheid te maken te hebben, integendeel. Veel mensen met angst voor autorijden ontwikkelen de klacht na jaren van verkeerservaring. Vaak worden smoesjes bedacht om onder het autorijden uit te komen, uit angst voor onbegrip van anderen.


Dwangstoornis / OCD / OCS


Dwangklachten worden ook wel aangeduid met de term Obsessief Compulsieve stoornis (OCS) of Obsessive Compulsive Disorder (OCD). Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen obsessies (dwanggedachten) en compulsies (dwangmatig gedrag of dwanghandelingen). Dwangklachten manifesteren zich in opdringende gedachten en gedragingen die moeten worden uitgevoerd om spanning te verminderen. Dit kan leiden tot urenlang handen wassen, tellen, rituelen uitwerken, controleren etc. Dit kan op zijn beurt weer leiden tot meer angst en dan zit je in een vicueuze cirkel.

Veel dwangmatig gedrag heeft te maken met het proberen ongedaan te maken van gevoelens van gevaar of angst, het afwenden van onheil. Hieronder enkele voorbeelden:

  • Bij smetvrees of angst voor gifstoffen of asbest wordt veelal de omgeving of het lichaam uitvoerig gecontroleerd op mogelijk gevaarlijke stoffen en bacteriën. Door middel van handen en/of kleren wassen, het dichthouden van ramen, het vragen van geruststelling aan bijvoorbeeld de partner wil men de angst neutraliseren. Dit werkt maar voor korte duur.
  • Bij rituelen zie je dat men door schijnbaar onlogisch gedrag een manier heeft gevonden om het gevoel van angst of onheil af te wenden. Voorbeelden zijn: het niet op de randen van stoeptegels mogen stappen, het eindeloos opzeggen van gebedjes of leuzen, het dragen van bepaalde kleuren kleding etc. Veelal is er sprake van 'magisch denken'. Dit is het hanteren van een gedachtenvorm waarbij twee zaken worden verbonden die niet met elkaar verband houden. Bijvoorbeeld Ik rijd niet langs begraafplaatsen omdat dat ongeluk brengt.
  • Bij veel dwanghandelingen is het niet duidelijk waarom je iets moet doen. Ik moet altijd 3 keer de deurklink aanraken, want het geeft me een goed gevoel, ik weet echter niet waarom dat zo is, maar het is nu eenmaal zo.
  • Dwanggedachten kunnen een marteling zijn. Steeds worden je gedachten gestuurd naar hetzelfde, alsof een toets van het toetsenbord is blijven steken en zich steeds herhaalt. Heb ik het gas wel uit gedaan?" "Heb ik onderweg niets beschadigd?" "Als ik maar niet hard ga gillen in de klas." "Als ik maar geen aids heb gekregen toen ik iemand een hand gaf."" Ik moet hem vandaag bellen, anders brengt dat onheil. Dit soort dwangmatig denken veroorzaakt veelal ook een vorm van vermijdingsgedrag.
  • Dwangklachten komen nogal eens voor in combinatie met andere gevoeligheden of aandoeningen. Depressie, fobieklachten, dwangmatige persoonlijkheid, traumatisch verleden, overspannenheid etc. In een behandeling zal daarom goed gekeken moeten worden of deze eventueel bijkomende klachten meebehandeld dienen te worden.


Angst voor de wind


Angst of aversie voor de wind, het waaien, is een bekend fenomeen. Ofschoon het werkelijke gevaar (of vaak het gebrek daaraan) vaak goed logisch benaderd kan worden, leidt dit niet tot afname van de angst. In 50% van de gevallen is de angst of aversie ontstaan na een traumatische ervaring. In de overige gevallen kan men zich geen aanleiding herinneren. Geregeld gaat de angst voor de wind ook vergezeld met de angst voor noodweer.

Er zijn verschillende categorieën van angst voor wind te onderscheiden:

  • Angst voor lichte bries en matige wind. Hierbij gaat het veelal om de dreiging die hiervan uitgaat.
  • Angst voor storm. Dit kan het gevolg zijn van eerdere beangstigende situaties of een aangeleerde reaktie doordat een van de ouders of naasten vroeger bang was tijdens storm.
  • Aversie tegen wind. Het gaat hier om een gevoel van irritatie, walging en spanning waarbij niet zozeer angst als hoofdemotie optreedt. Soms kan bij deze vorm een onderliggende depressie een rol spelen.


Angst behandelen bij kinderen


Er zijn veel angsten die spontaan herstel kennen bij het ouder worden. Andere angstklachten daarentegen kunnen hardnekkig zijn en voor problemen zorgen. Kinderangsten kunnen divers zijn:

  • bang zijn voor honden/spinnen
  • angstig zijn in de groep op school
  • niet meer naar school durven gaan
  • angst om ziek te zijn of een ziekte te krijgen
  • angst voor overgeven
  • angst voor bloed of injecties
  • faalangstig zijn in het algemeen

Soms is een angst niet eenvoudig te herleiden tot een specifieke gebeurtenis of situatie. In andere gevallen zal dat wel het geval zijn. Trauma, scheiding of verlieservaring kunnen in een aantal gevallen leiden tot angsten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan verlatingsangst. Vaak worden angstreacties van kinderen door ouders direct begrepen. Soms ook is moeilijk te achterhalen waarom een kind zich terugtrekt, angstig reageert of situaties vermijdt. Dit omdat het kind zelf deze angsten en emoties niet begrijpt en/of ze niet kan verwoorden.



Overspannenheid, overbelasting


Als men overspannen raakt, gebeurt dit veelal na een periode van langdurige overbelasting. Als stressklachten zich gaan uiten, komen angst, burn-out en depressieve klachten vaak voor naast lichamelijke ongemakken. Herstel op deze klachten vraagt een nieuwe start, waarbij men anders met de omgeving, het eigen karakter en zijn/haar gevoelens omgaat.


Trauma (PTSS of PTSD)


Na het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis, raak je er soms in vast. Je merkt dat je sinds de gebeurtenis veel spanning blijft houden en dat je emotioneel wellicht uit balans bent geraakt of mogelijk nachtmerries, herbelevingen of angsten/fobie뮠ontwikkelt. Ook kan het zijn dat je situaties niet meer wilt opzoeken omdat confrontatie erg beladen is geworden.

Als klachten zeer invaliderend zijn spreken we zelfs van een 'Post Traumatische Stress stoornis' (PTSS) of 'Post Traumatic stress disorder' (PTSD). Klachten die hierbij kunnen optreden zijn

  • Het opnieuw doorleven van de ervaring
  • Vermijdingsgedrag met betrekking tot de ervaring
  • Verhoogde staat van paraatheid
  • Spanningen
  • Schaamte of schuldgevoel
  • Geiriteerd of slecht humeur
  • Depressie
  • Piekeren en zorgen maken
  • Angsten, fobieklachten
  • Negatieve zelfwaardering
  • Slaapproblemen
  • Relatieproblemen
  • Onverklaarbare lichamelijke klachten


Angst om te stikken


Angst om stikken leidt tot problemen omdat men veelal overalert blijft. Veelal kan de aanwezigheid van beoordelende anderen nog meer leiden tot deze angst. Angst om te stikken komt in niet onbelangrijke mate voor bij mensen met lichamelijke ademhalingsklachten zoals onderandere astma. Binnen een periode zijn er vaak betere en slechtere dagen aan te wijzen. Bij de angst om te stikken is er bij velen een terugkerende focus op ademen en het slikken. Dit kan erg irriteren.

Er zijn verschillende veroorzakers van angst om te stikken:

  • Als symptoom van angst/spanning: bij hyperventilatie, claustrofobie, paniekstoornis en bij slikangsten/globus gevoel.
  • Fobie: de oorzaak kan dan niet altijd op eenduidige wijze worden gevonden, maar de angst om te stikken leidt tot vermijdingsgedragingen en overmatige voorzichtigheid.
  • Ten gevolge van dwanggedachten, overbelasting en depressie

Trauma gerelateerd: onderandere bij mensen zich ooit hebben verslikt, anderen benauwd hebben zien worden/stikken of bijvoorbeeld te lang onder water zijn gehouden

 

 

 

Nieuws

 

 

 

 

 

 Fobieën

 

 

 

Startpagina